Abrahamitische religie.
Het Jodendom behoort tot de abrahamitische religies, want Abraham is de aartsvader van het Jodendom. Volgens de Joodse traditie was Abraham de eerste Jood. Het jodendom is de basis van het christendom en de islam. Abraham wordt geboren als ene Abram, zoon van een afstammeling van Noach, de man die volgens de overleveringen een grote ark had gebouwd om zo mens en dier te redden van een grote vloed.
Het eerste deel van de Joodse Bijbel heet Genesis. Het is in Genesis 17, vers 1-27 dat er voor het eerst over Abram wordt gesproken:
'Toen Abram negenennegentig was, verscheen de Heer voor hem. Hij zei tegen Abram: "Ik beloof jou dat je stamvader wordt. Voortaan heet je Abraham. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Ik sluit een verbond met jou en al jouw nakomelingen; ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. Je moet je houden aan dit verbond met mij." Hij zei ook dat Abraham zijn vrouw voortaan Sara moest noemen in plaats van Sarai. Hij beloofde Abraham en Sara een zoon te geven. de Heer sprak: "Je vrouw Sara zal een zoon baren, die je Isaak moet noemen en met hem zal ik het verbond voortzetten." Hierna verdween God. Abraham en Sara konden geen kind krijgen. Abraham kreeg zijn eerste zoon Ismaël met zijn slaaf Hagar. Later zou de zoon van Abraham en Sara worden geboren, Isaak. Isaak zou de stamvader worden van het Joodse volk. Enige tijd later stelde God abraham op de proef. Hij zei tegen Abraham dat hij zijn zoon Isaak moest offeren op een afgesproken berg; de Moria. De volgende ochtend nam hij Isaak mee naar de Moria, maar op het moment dat hij Isaak had vastgebonden en hem net wilde offeren, verscheen er een engel van de Heer. Zij vertelde hem dat hij zijn zoon niet hoefde te offeren en dat het nu duidelijk was dat hij gezag had voor God. Toen Abraham opkeek zag hij een ram die verstrikt zat in de struiken. Hij pakte het dier en offerde het in plaats van zijn eigen zoon. Daarna sprak de engel van de Heer opnieuw tot Abraham: "Omdat je dit hebt gedaan, omdat je mij je zoon niet hebt onthouden, zal ik je rijkelijk zegenen en je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en je nakomelingen zullen de steden van hun vijanden in bezit krijgen. En alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jouw nakomelingen. Want jij hebt naar mij geluisterd."'
Het Jodendom behoort tot de abrahamitische religies, want Abraham is de aartsvader van het Jodendom. Volgens de Joodse traditie was Abraham de eerste Jood. Het jodendom is de basis van het christendom en de islam. Abraham wordt geboren als ene Abram, zoon van een afstammeling van Noach, de man die volgens de overleveringen een grote ark had gebouwd om zo mens en dier te redden van een grote vloed.
Het eerste deel van de Joodse Bijbel heet Genesis. Het is in Genesis 17, vers 1-27 dat er voor het eerst over Abram wordt gesproken:
'Toen Abram negenennegentig was, verscheen de Heer voor hem. Hij zei tegen Abram: "Ik beloof jou dat je stamvader wordt. Voortaan heet je Abraham. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Ik sluit een verbond met jou en al jouw nakomelingen; ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. Je moet je houden aan dit verbond met mij." Hij zei ook dat Abraham zijn vrouw voortaan Sara moest noemen in plaats van Sarai. Hij beloofde Abraham en Sara een zoon te geven. de Heer sprak: "Je vrouw Sara zal een zoon baren, die je Isaak moet noemen en met hem zal ik het verbond voortzetten." Hierna verdween God. Abraham en Sara konden geen kind krijgen. Abraham kreeg zijn eerste zoon Ismaël met zijn slaaf Hagar. Later zou de zoon van Abraham en Sara worden geboren, Isaak. Isaak zou de stamvader worden van het Joodse volk. Enige tijd later stelde God abraham op de proef. Hij zei tegen Abraham dat hij zijn zoon Isaak moest offeren op een afgesproken berg; de Moria. De volgende ochtend nam hij Isaak mee naar de Moria, maar op het moment dat hij Isaak had vastgebonden en hem net wilde offeren, verscheen er een engel van de Heer. Zij vertelde hem dat hij zijn zoon niet hoefde te offeren en dat het nu duidelijk was dat hij gezag had voor God. Toen Abraham opkeek zag hij een ram die verstrikt zat in de struiken. Hij pakte het dier en offerde het in plaats van zijn eigen zoon. Daarna sprak de engel van de Heer opnieuw tot Abraham: "Omdat je dit hebt gedaan, omdat je mij je zoon niet hebt onthouden, zal ik je rijkelijk zegenen en je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en je nakomelingen zullen de steden van hun vijanden in bezit krijgen. En alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jouw nakomelingen. Want jij hebt naar mij geluisterd."'